Titel
Belastingplicht stichting particulier fonds
Publicatiedatum
04/04/2024
Categorie
Vennootschapsbelasting
Bron
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Aard
jurisprudentie
Nummer
ECLINLRBZWB20241750, 21/5944 en 21/5946
Samenvatting

Een stichting particulier fonds (SPF) naar het recht van Curaçao bestreed dat zij belastingplichtig was voor de Nederlandse vennootschapsbelasting. Volgens de SPF kwalificeerde zij als een afgezonderd particulier vermogen (APV) in de zin van de Wet IB 2001 en was zij fiscaal transparant. De inspecteur heeft de SPF aangemerkt als buitenlands belastingplichtige voor de vennootschapsbelasting. De aanleiding daarvoor was de aankoop van een onroerende zaak in Nederland.

De rechtbank wijst erop dat de APV-regeling beperkt is tot de toepassing van de Wet IB 2001 en niet integraal doorwerkt naar de vennootschapsbelasting. De rechtbank vindt niet aannemelijk dat de oprichter van de SPF enig afdwingbaar recht had op het vermogen van de SPF. Wel ziet de rechtbank in het dossier aanwijzingen dat de oprichter meer was dan alleen de oprichter, maar concrete documenten over de feitelijke gang van zaken ontbraken. Daarmee heeft de SPF niet aannemelijk gemaakt dat de oprichter over het vermogen van de SPF kon beschikken als ware het zijn eigen vermogen. De rechtbank is van oordeel dat de SPF niet vergelijkbaar is met een stichting naar Nederlands recht, omdat de SPF uitkeringen mag doen volgens haar inschrijving in het handelsregister. De inspecteur heeft de SPF terecht aangemerkt als buitenlands belastingplichtige voor de vennootschapsbelasting.