Titel
Verzoeken om schadevergoeding afgewezen
Publicatiedatum
22/02/2024
Categorie
Formeel recht
Bron
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Aard
jurisprudentie
Nummer
ECLINLGHARL2024896, 23/2594 t/m 23/2596
Samenvatting

De belanghebbende in een procedure over navorderingsaanslagen inkomstenbelasting over de jaren 2012 tot en met 2014 heeft Hof Arnhem-Leeuwarden verzocht om vergoedingen voor geleden immateriële schade.

De eerste vergoeding betrof smartengeld omdat het slepende geschil met de Belastingdienst zou hebben geresulteerd in arbeidsongeschiktheid van de belanghebbende. Dit verzoek is pas gedaan nadat de Hoge Raad de zaak had verwezen naar dit hof. Het hof heeft het verzoek afgewezen. In een procedure na verwijzing kan geen nieuw geschilpunt worden ingebracht. Na verwijzing door de Hoge Raad moet het verwijzingshof de zaak namelijk behandelen in de stand waarin het geding zich vóór cassatie bevond.

Het hof heeft ook het verzoek om vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn afgewezen. Een dergelijk verzoek kan wel worden gedaan na verwijzing door de Hoge Raad, maar kan dan alleen betrekking hebben op de duur van de verwijzingsprocedure. Daarvoor geldt als uitgangspunt dat de verwijzingsrechter uitspraak doet binnen een jaar na het arrest van de Hoge Raad. De Hoge Raad heeft op 18 augustus 2023 arrest gewezen. Het hof heeft op 6 februari uitspraak gedaan na verwijzing. De behandeling na verwijzing heeft minder dan een jaar geduurd. De redelijke termijn van behandeling is derhalve niet overschreden.