Titel
Bepaling afschrijving gebruikte auto
Publicatiedatum
11/01/2024
Categorie
Autobelastingen
Bron
Hoge Raad
Aard
jurisprudentie
Nummer
ECLINLHR20231714, 22/03829
Samenvatting

In een procedure over de heffing van bpm bij de registratie van een uit het buitenland afkomstige personenauto heeft Hof Arnhem-Leeuwarden verwezen naar een arrest van de Hoge Raad uit 2022. Uit dat arrest heeft het hof de conclusie getrokken dat de afschrijving van de gebruikte auto moet worden vastgesteld aan de hand van de catalogusprijs en de bpm van de gehanteerde referentieauto. Die conclusie is in zijn algemeenheid niet juist. Het arrest van 2022 heeft betrekking op het vaststellen van de afschrijving van tot kampeerauto’s omgebouwde bestelauto’s. Deze bestelauto’s kwamen niet voor in een in de handel algemeen toegepaste koerslijst. Gelet op het standpunt van de belastingplichtige in die zaak over de mate van afschrijving als gevolg van het gebruik van tot kampeerauto’s omgebouwde bestelauto’s, heeft de Hoge Raad overwogen dat bij de vaststelling van het afschrijvingspercentage moet worden uitgegaan van de catalogusprijs en de handelsinkoopwaarde van hetzelfde referentievoertuig.

Als de belastingplichtige niet aanvoert dat toepassing van de Wet leidt tot heffing van méér bpm dan het bedrag aan bpm dat nog is begrepen in de waarde van de referentieauto, geldt dit niet. Het afschrijvingspercentage wordt dan als volgt bepaald. De catalogusprijs van het te registreren motorrijtuig plus de bpm, die verschuldigd zou zijn geweest bij ingebruikname van auto, wordt verminderd met de handelsinkoopwaarde of de taxatiewaarde daarvan.

De Hoge Raad heeft de uitspraak van het hof vernietigd en de zaak zelf afgedaan.