Titel
Tijdelijke verhuur eigen woning
Publicatiedatum
21/12/2023
Categorie
Inkomstenbelasting
Bron
Rechtbank Noord-Holland
Aard
jurisprudentie
Nummer
ECLINLRBNHO202312184, HAA 22/3554
Samenvatting

De voordelen uit eigen woning worden forfaitair vastgesteld. Wanneer een eigen woning tijdelijk ter beschikking is gesteld aan derden, wordt dat forfaitaire bedrag verhoogd met 70% van de huuropbrengst.

De eigenaar van een uit drie verdiepingen bestaande woning verhuurde in 2018 de eerste verdieping via Airbnb. De eerste verdieping van de woning is bereikbaar via een centrale opgang in de woning en beschikt binnenshuis over een eigen toegangsdeur. Deze verdieping omvat een keuken, badkamer, woonkamer en slaapkamer. De woning is door de gemeente aangemerkt als één object voor de WOZ. De woning is niet kadastraal gesplitst en heeft geen gescheiden nutsvoorzieningen.

De eigenaar heeft in zijn aangifte IB 70% van de WOZ-waarde van de woning aangegeven in box 1 en de overige 30% in box 3. Hij heeft geen inkomsten uit tijdelijke verhuur van de eigen woning aangegeven. De Belastingdienst heeft de aangifte gecorrigeerd door € 51.680 aan inkomsten uit tijdelijke verhuur van de eigen woning bij te tellen.

De rechtbank is van oordeel dat de eerste verdieping van de woning deel uitmaakt van de eigen woning. Dat de eigenaar in 2018 de eerste verdieping niet zelf bewoond heeft, maakt niet dat deze hem niet anders dan tijdelijk als hoofdverblijf ter beschikking stond. Daadwerkelijk gebruik is voor de kwalificatie eigen woning niet vereist. De verhuur van de eerste verdieping kwalificeert als tijdelijke terbeschikkingstelling aan derden. De tijdelijke-verhuurregeling is volgens de rechtbank in deze situatie van toepassing. Dat betekent dat de Belastingdienst de inkomsten uit het ter beschikking stellen van de eerste verdieping terecht heeft meegenomen in de aanslag IB/PVV 2018.