Titel
Bevoordelingsbedoeling bij verkoop tegen te lage prijs?
Publicatiedatum
21/12/2023
Categorie
Successiewet
Bron
Hoge Raad
Aard
jurisprudentie
Nummer
ECLINLHR20231715, 23/01109
Samenvatting

De Hoge Raad heeft een uitspraak van Hof Arnhem-Leeuwarden over een schenking bij verkoop van onroerende zaken tegen een te lage prijs vernietigd. Voor het aannemen van een schenking bij een bevoordeling is vereist dat de overdrager zich niet alleen bewust is van de bevoordeling van de verkrijger, maar deze bevoordeling ook heeft gewild.

Het hof heeft geoordeeld dat de wederpartij de belanghebbende heeft willen bevoordelen omdat hij wist dat de waarde van de onroerende zaken hoger was dan de overeengekomen verkoopprijs. Het hof heeft daarmee miskend dat de wil tot bevoordeling niet kan worden afgeleid uit de bevoordelingsbewustheid bij degene die bevoordeelt.

Voor het hof heeft de belanghebbende aangevoerd dat de bevoordeling door de verkoop tegen een te lage prijs een van schenkbelasting vrijgestelde voldoening aan een natuurlijke verbintenis was. Ter onderbouwing van dit standpunt voerde de belanghebbende aan, dat bij de overdracht van de onroerende zaken de verzorgingsgedachte een grote rol heeft gespeeld. De verkoper, de ex-echtgenoot van de belanghebbende, wilde de belanghebbende verzorgd achterlaten indien er iets mis zou gaan met zijn onderneming. Volgens het hof had dat doel ook bereikt kunnen worden door de onroerende zaken tegen de werkelijke waarde over te dragen. Daaruit trok het hof de conclusie dat de belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat met de bevoordeling is voldaan aan een natuurlijke verbintenis. De Hoge Raad vindt dat het hof zijn oordeel over het niet aannemelijk maken van het bestaan van een natuurlijke verbintenis niet heeft onderbouwd.

De Hoge Raad heeft de zaak verwezen naar Hof Den Bosch voor verdere behandeling.