Titel
Verzoek uitstel zitting
Publicatiedatum
06/07/2023
Categorie
Formeel recht
Bron
Hoge Raad
Aard
jurisprudentie
Nummer
ECLINLHR2023891, 22/02975
Samenvatting

De rechter moet in beginsel een tijdig ingediend verzoek om uitstel van de zitting inwilligen. Het verzoek moet voorzien zijn van de reden van verhindering. De rechter mag het verzoek afwijzen als hij oordeelt dat er zwaarder wegende belangen zijn dan de reden van verhindering. Dit oordeel dient de rechter in zijn uitspraak te motiveren. Of een verzoek om uitstel tijdig is ingediend, hangt af van de reden voor dat verzoek en van de overige omstandigheden van het geval. Dat het verzoek om uitstel kort voor de zitting is ingediend, leidt niet automatisch tot het oordeel dat het verzoek niet tijdig is ingediend.

De rechtbank heeft een tweetal verzoeken om uitstel van de zitting in een verzetprocedure afgewezen. Het eerste verzoek was twee weken voor de vastgestelde datum ingediend. Het tweede verzoek op de dag voor de zitting. Dit laatste verzoek had als reden een dreigend sterfgeval in de familie. De rechtbank heeft in de uitspraak vermeld dat de belanghebbende zonder bericht van verhindering niet verschenen is. De Hoge Raad stelt op het beroep in cassatie vast dat de uitspraak van de rechtbank geen gemotiveerde beslissing op de verzoeken om uitstel bevat. De vaststelling van de rechtbank dat de belanghebbende zonder bericht van verhindering niet ter zitting is verschenen, is gezien die verzoeken onbegrijpelijk.

De klachten kunnen echter niet tot cassatie leiden. De rechtbank heeft in de uitspraak waartegen de belanghebbende in verzet is gekomen terecht geoordeeld dat zij niet bevoegd was om te oordelen op het ingestelde beroep. In de uitspraak op het verzet had de rechtbank niet tot een andere beslissing kunnen komen. Om die reden heeft de Hoge Raad de bestreden uitspraak niet vernietigd. Wel wordt aan de belanghebbende het griffierecht voor het beroep in cassatie vergoed.