IB: Correctiebeleid bij te betalen bedrag minder dan € 225
Toelichting van 16 mei 2023, nr. 2023-0000117174, op het niet instellen van beroep in cassatie tegen de uitspraken van Hof Amsterdam van 21 maart 2023, nrs. 22/00552, 22/00553 en 22/00326, ECLI:NL:GHAMS:2023:809, 810 en 775
Inhoudsindicatie uitspraak Hof:
IB/PVV. Correctiebeleid. Het Hof oordeelt dat een redelijke uitleg van het correctiebeleid meebrengt dat een van de aangifte afwijkende aanslag niet zal worden opgelegd, als de met de correctie gemoeide belasting minder dan € 225 bedraagt, ook niet als de
inkomenscorrectie meer dan € 500 beloopt.
De staatssecretaris stelt geen beroep in cassatie in. Ter toelichting merkt hij het volgende op:
Gelet op de tekst van het door het Hof geciteerde correctiebeleid acht ik de uitleg van het Hof dat hieruit afgeleid mag worden dat er niet gecorrigeerd zal worden bij te betalen bedragen van minder dan € 225 niet onbegrijpelijk.
Die opvatting wordt versterkt door het arrest van de Hoge Raad in de zaak waar het ging over de grens bij navordering (ECLI:NL:HR:2021:1671). Het beleid bij navordering luidde:
“4. Het te hanteren bedrag bij een navordering bedraagt € 450 (c.q. € 1 .000 inkomen), behoudens in gevallen waarin sprake is van kwade trouw of repeterende onjuistheden. Dit conform de toezegging in 2009 aan de Tweede Kamer in het kader van de discussie
over het ‘nieuw feit’;”
In de besliste zaak ging het over een inkomenscorrectie van meer dan € 1.000, maar een te betalen bedrag van minder dan € 450.
De Hoge Raad HR 12 november 2021, nr. 21/00184, ECLI:NL:HR:2021:1671, oordeelde:
“Het middel faalt voor zover het opkomt tegen het oordeel van het Hof dat uit de tekst van onderdeel 4 van het hiervoor in 2.2 weergegeven correctiebeleid niet duidelijk blijkt wat is bedoeld met de tussen haakjes geplaatste woorden “c.q. € 1.000 inkomen”.
Zonder miskenning van het recht kon het Hof aan dat correctiebeleid de uitleg geven dat – behoudens kwade trouw of repeterende onjuistheden – een navorderingsaanslag tot een bedrag van minder dan € 450 niet wordt opgelegd, ook indien de inkomenscorrectie meer
dan € 1.000 beloopt. Daarom faalt het middel ook voor het overige.”
De Hoge Raad vindt dus dat het Hof het zo kan uitleggen.
In casu heeft het Hof geoordeeld:
“5.3.1. Punt 1 van de notitie Correctiebeleid vermeldt de achtergronden van het beleid om positieve correcties per individuele belastingaanslag (dus per middel en belastingplichtige) al dan niet achterwege te laten. Daarin komt naar voren dat het niet passend
wordt gevonden om aan belastingplichtigen een belastingaanslag naar aanleiding van positieve correcties (op de grondslag) op te leggen die slechts een “gering bedrag” aan te betalen belasting inhoudt.
Het aanbrengen van positieve correcties in dergelijke gevallen wordt niet passend geacht vanuit een tweeledig perspectief, te weten het perspectief van een doelmatige belastingheffing door de inspecteur en dat van daaraan meewerkend gedrag van belastingplichtigen.
Onder punt 2 (Correctiebeleid) is opgenomen dat een bedrag van niet meer dan € 225 als een “gering bedrag” beschouwd kan worden.
5.3.2. De tekst en de strekking van de notitie bevatten geen aanknopingspunten om aan te nemen dat is beoogd in een geval als het onderhavige, waarin de te betalen belasting naar aanleiding van een correctie minder bedraagt dan € 225 en daarnaast het gehanteerde
bedrag bij de inkomenscorrectie meer bedraagt dan € 500, wel een gecorrigeerde aanslag (welke afwijkt van de aangifte) op te leggen. Daarentegen brengt een redelijke uitleg (in het licht van het in de notitie geschetste tweeledige perspectief, zie onder 5.3.1)
mee dat in gevallen waarin de met de correctie gemoeide belasting minder bedraagt dan € 225 een van de aangifte afwijkende aanslag niet zal worden opgelegd, ook niet indien de inkomenscorrectie meer dan € 500 beloopt.”
Ik zie niet in waarom de Hoge Raad ook hier niet zal oordelen dat het Hof het zo heeft kunnen uitleggen. Dat binnen de Belastingdienst een andere uitleg wordt voorgestaan, maakt dat niet anders.
Over het correctiebeleid zal ik op korte termijn meer duidelijkheid verschaffen.