Titel
Toepassing landbouwvrijstelling na uitoefening terugkoopoptie
Publicatiedatum
04/05/2023
Categorie
Ondernemingswinst
Bron
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Aard
jurisprudentie
Nummer
ECLINLGHARL20233362, 22/00651
Samenvatting

Hof Arnhem-Leeuwarden is van oordeel dat de landbouwvrijstelling niet van toepassing is op de bij verkoop gerealiseerde boekwinst, voor zover deze door een terugkooprecht tegen een vooraf vastgestelde prijs niet toekomt aan de verkoper en voormalige erfpachter.

De procedure heeft betrekking op de vennoten van een vof, die een akkerbouwbedrijf exploiteerde. In 1999 heeft een van de vennoten landbouwgrond verkocht onder gelijktijdige vestiging van een tijdelijk erfpachtrecht. Bij de verkoop is een terugkoopoptie bedongen. De erfpachtcanon werd jaarlijks geïndexeerd. De wijze waarop bij gebruikmaking van de terugkoopoptie de koopsom wordt bepaald is contractueel vastgelegd. De ontvangen koopsom wordt met dezelfde factor geïndexeerd als de erfpachtcanon. Bij tussentijdse uitoefening van de terugkoopoptie wordt het geïndexeerde bedrag van de koopsom verhoogd met 20%.

De vennoten hebben de grond na de verkoop voor de oorspronkelijke boekwaarde op de balans laten staan. De ontvangen koopsom is als een geïndexeerde geldlening op de balans gezet. De jaarlijkse indexatie is steeds ten laste van de winst gebracht. De vennoten maakten in 2015 gebruik van de terugkoopoptie. De grond is direct met winst doorverkocht. Het geschil voor Hof Arnhem-Leeuwarden betrof de toepassing van de landbouwvrijstelling op de bij de verkoop behaalde winst.

Het zogeheten Fagoed-arrest uit 1996 betreft de overdracht van landbouwgrond met voorbehoud van een erfpachtrecht en een terugkooprecht. Bij uitoefening van het terugkooprecht diende de verkoper de ontvangen koopsom, vermeerderd met een indexatiefactor te betalen. De Hoge Raad heeft in dat arrest geoordeeld dat voor de jaarwinstbepaling is toegestaan om de ontvangen koopsom, vermeerderd met de te zijnen laste gebrachte kosten, als een geïndexeerde geldlening te behandelen. De jaarlijkse indexering mag ten laste van de fiscale jaarwinst worden gebracht.

Voor de totaalwinstbepaling gaat dit volgens het hof niet op. Daarvoor is bepalend of de economische eigendom van de grond al dan niet bij de verkoper is gebleven. Dat geldt ook voor de toepassing van de landbouwvrijstelling. Niet de wijze waarop landbouwgrond op de balans is geactiveerd, maar de wijze waarop die grond feitelijk wordt geëxploiteerd is bepalend voor de toepassing van de landbouwvrijstelling. Volgens een arrest van de Hoge Raad uit 1964 kan de landbouwvrijstelling worden toegepast op de waardeverandering van in erfpacht uitgegeven gronden, waarop door de erfpachter een landbouwbedrijf wordt uitgeoefend, voor zover de waardeverandering doorwerkt in de waarde van het erfpachtrecht. Uit een arrest van de Hoge Raad uit 1970 volgt dat de landbouwvrijstelling kan worden toegepast op de waardevermeerdering van grond, voor zover deze door middel van het recht van wederinkoop tegen een vooraf vastgestelde prijs tot uiting komt in het vermogen van de belastingplichtige.

Volgens het hof heeft de terugkoopoptie ertoe geleid dat de vennoten een deel van het belang bij de waardeontwikkeling van de grond hebben prijsgegeven. Op dat deel kunnen zij de landbouwvrijstelling niet toepassen.