Titel
Advies Raad van State wetsvoorstel vermogensbelasting
Publicatiedatum
30/03/2023
Categorie
Vermogensbelasting
Bron
Raad van State
Aard
wetsvoorstel
Nummer
W06.22.0134/III
Samenvatting

De Raad van State heeft advies gegeven over een initiatiefwetsvoorstel voor de vermogensbelasting. Het wetsvoorstel omvat de invoering van een belasting over vermogen tegen een progressief tarief. De heffingsgrondslag is beperkt tot het vermogen dat in de inkomstenbelasting in box 3 in aanmerking wordt genomen. Vermogen in box 1 of box 2 telt niet mee. Het wetsvoorstel is een reactie op het Kerstarrest van de Hoge Raad over de belastingheffing in box 3.

Het wetsvoorstel beoogt bij te dragen aan het verminderen van de vermogensongelijkheid in Nederland en aan het genereren van een stabiele belastingopbrengst. Volgens de Raad van State worden deze doelen slechts in zeer beperkte mate bereikt. Voor een evenwichtige belastingheffing over vermogen is de complete belastingmix van belang. Niet alleen de huidige verdeling van vermogens en de samenstelling ervan zijn relevant, maar ook gedragseffecten als gevolg van wetswijzigingen. Bij de meest vermogenden zijn andere dan box 3-bezittingen de belangrijkste componenten van hun vermogen. Het gaat dan vooral om box 2-vermogen. Omdat de eigen woning in box 1 blijft, wordt de vermogensongelijkheid tussen huurders en woningeigenaren niet minder. Een toelichting waarom een dergelijke vermogensongelijkheid minder problematisch zou zijn dan die in box 3 ontbreekt. Niet duidelijk is waarom het voor de inkomstenbelasting gemaakte onderscheid tussen de verschillende boxen relevant is voor de grondslag van een vermogensbelasting.

Het gevolg van de gekozen beperkte grondslag is dat de meer vermogenden de heffing eenvoudig kunnen vermijden en dat vooral middengroepen worden getroffen.