Titel
Toepassing bosbouwvrijstelling
Publicatiedatum
02/02/2023
Categorie
Ondernemingswinst
Bron
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Aard
jurisprudentie
Nummer
ECLINLGHARL2023357, BK-ARN 21/01543
Samenvatting

Tot de winst uit onderneming behoren niet de voordelen uit een bosbedrijf. Er is sprake van een bosbedrijf als het intact houden van het opgaand hout op de voorgrond staat. Op verzoek van de exploitant van een bosbedrijf is de bosbouwvrijstelling niet van toepassing te doen zijn. De inspecteur beslist op het verzoek bij voor bezwaar vatbare beschikking. Als de inspecteur het verzoek inwilligt, geldt de uitzondering tot wederopzegging door de belastingplichtige, maar ten minste voor tien jaar. Een hernieuwd verzoek om de bosbouwvrijstelling niet toe te passen kan pas worden ingewilligd als de bosbouwvrijstelling ten minste tien jaar van toepassing is geweest. Onder voorwaarden blijven de voordelen uit het bosbedrijf, die worden behaald onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip waarop de bosbouwvrijstelling weer geldt, buiten aanmerking.

In reactie op een verzoek van de belastingplichtige heeft de inspecteur verklaard dat de bosbouwvrijstelling met ingang van 1 januari 2014 weer van toepassing te laten zijn op het bosbedrijf van de belanghebbende. De inspecteur was van mening dat de bosbouwvrijstelling niet van toepassing was op de verhuur van bos en op de verhuur van grafrechten op de natuurbegraafplaats in het bos. Volgens de inspecteur vormen de opbrengsten van het voor onbepaalde tijd tegen een vergoeding beschikbaar stellen van een bos aan een derde beleggingsopbrengsten.

Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden is bepalend of de plaats die het bos als bedrijfsmiddel inneemt in het ondernemingsvermogen van de desbetreffende ondernemer meebrengt dat het bos intact gelaten wordt. Niet van belang is aan welk bedrijfsproces van de onderneming het bos dienstbaar is. In deze procedure was niet in geschil dat sprake is van een bos en dat de verhuurde bospercelen behoren tot het ondernemingsvermogen van de door de belanghebbende gedreven onderneming. De verhuur van een deel van het bos aan een derde heeft niet tot gevolg dat het bos als bedrijfsmiddel niet intact gelaten wordt. Alle inkomsten uit de exploitatie van de bospercelen vallen onder de bosbouwvrijstelling.